a. indien het een grondgebonden woning betreft: de woning met toebehoren en ondergrond waarop het recht van erfpacht is gevestigd;
b. indien het een appartementsrecht betreft: het appartementsrecht waarop het recht van erfpacht is gevestigd (waaronder begrepen het aandeel in de gemeenschap die is ontstaan bij de splitsing, én het privégedeelte waarop het appartementsrecht het uitsluitend recht van gebruik omvat en alle daartoe behorende zaken en gedeelten);